Mindmap

Trede 2: mindmap.

Na de leesopdracht moeten ze een mindmap maken waarmee ze de lesstof samenvatten, iedere student op zijn eigen persoonlijke wijze. Het maken van een mindmap activeert zowel de linker- als de rechter hersenhelft en combineert creativiteit met exactheid. Daardoor beklijft de lesstof beter.

Een mindmap laat ik ze maken op een stuk papier, formaat A3. Dit formaat biedt veel ruimte voor creativiteit, ordenen en overzicht. Het gebruik van de laptop met een mindmap-applicatie is niet toegestaan. De hersenactiviteit wordt dan teveel gericht op het toetsenbord en beeldscherm, waardoor de concrete inhoud van de lesstof onnodig verloren gaat. Schrijven (= bewegen) stimuleert de oog-hand-coördinatie, de fijne motoriek en de opname van de lesstof in het brein, hetgeen wetenschappelijk is bewezen.

De studenten krijgen de opdracht om met kleuren te werken teneinde een systematische opzet van de mindmap te realiseren. De mindmap is een belangrijk onderdeel van de hele systematiek en telt dan ook voor 50% mee in het cijfer voor dat deel van de lesstof.

Het cijfer voor de mindmap is een 6, een 7 of een 8. Een 9 of 10 geeft ik niet; dit ter compensatie van het feit dat een 5 of lager ook niet mogelijk is. Is de ingeleverde mindmap zo slecht dat ie een 5 of minder waard zou zijn, dan geef ik hem terug aan de leerling met de opdracht opnieuw te beginnen of de mindmap verder te vervolmaken. Bij de cijfers 6, 7 of 8 horen de volgende criteria:

Een 6: de mindmap voldoet aan de minimale eisen die jij als docent er aan stelt.

Een 7: de mindmap is in de ogen van de docent helemaal compleet; de hele lesstof is erin samengevat. Er moeten bij voorkeur verschillende kleuren gebruikt zijn t.b.v. een systematische opbouw.

Een 8: de mindmap is aangevuld met plaatjes, grafieken, voorbeelden, schema's, tekeningetjes en ziet er uit als een kunstwerk met mooie kleuren (ziet er bij wijze van spreken uit als een Rembrandt, een Picasso of een Van Gogh).

De mindmaps waardeer ik in de klas, tijdens de les, in een tijdsbestek van enkele seconden. Als je er in je docententijd voldoende hebt gezien, krijg je er wel gevoel voor en kun je vrijwel meteen een cijfer toekennen. Ik noteer altijd de naam van de student op de voorzijde van de mindmap en schrijf het cijfer ernaast. De naam noteer ik om te voorkomen dat de mindmap vaker wordt gebruikt door andere leerlingen. Daarna krijgt de student zijn mindmap terug ter archivering en als bewijslast voor het ontvangen resultaat.

Hieronder geef ik vier voorbeelden van mindmaps, oplopend in waardering van onvoldoende naar het cijfer 6 via een 7 naar een 8.